Hoe werkt een batterij?
Een batterij slaat elektriciteit op voor toekomstig gebruik. Tussen twee verschillende materialen, bijvoorbeeld tussen een positieve en een negatieve plaat, ontstaat een chemische reactie als zij zijn ondergedompeld in elektrolyt, een oplossing van zwavelzuur en water. Door deze reactie wordt een spanning opgebouwd. In een typische loodzuur-batterij bedraagt de spanning ongeveer 2 volt per cel, wat een totaal van 12 volt oplevert. Elektriciteit stroomt uit de batterij zodra er een circuit is opgebouwd tussen de positieve en de negatieve polen. Dit is het geval als er een verbruiker die elektriciteit nodig heeft, bijvoorbeeld een radio, wordt aangesloten op de beide polen van de batterij.
De meeste mensen beseffen niet dat een loodzuur-batterij werkt volgens een principe waarin hij constant oplaadt en ontlaadt. Als een batterij wordt verbonden met een verbruiker die elektriciteit nodig heeft, bijvoorbeeld de startmotor in uw auto, loopt er stroom weg uit de batterij. De batterij ontlaadt.
In het omgekeerde geval wordt een batterij opgeladen als er stroom komt, waarbij het chemische verschil tussen de platen weer wordt hersteld. Dit is het geval als u rijdt zonder dat u verder verbruikers aan heeft en de dynamo stroom levert aan de batterij.
Als een batterij leegstroomt, gaan de loodplaten chemisch meer op elkaar lijken, het zuur wordt zwakker en het voltage neemt af. Uiteindelijk is de batterij zo zeer ontladen dat hij geen bruikbare elektriciteit meer kan leveren.
U kunt een ontladen (lege) batterij opladen door er elektrische stroom in te laten lopen. Als de batterij volledig is opgeladen, wordt het chemische verschil tussen de platen weer tot stand gebracht, waardoor de batterij weer volledige energie kan leveren.
Dit unieke proces van laden en ontladen in de loodzuur-batterij betekent dat er steeds weer energie kan worden opgeladen en ontladen. Dat wordt ook wel de cyclusvastheid van een batterij genoemd.